Start werkzaamheden
Vanaf 1 januari 1996 verricht de echtgenote werkzaamheden – eerst voor haar echtgenoot in privé en daarna voor de B.V. – en ontvangt zij maandelijks een specificatie. Op die specificatie staat dat het loon betreft, waarop loonbelasting/premie volksverzekeringen wordt ingehouden. Er wordt echter niets ingehouden voor premies werknemersverzekeringen.
Onderneming staakt activiteiten
Eind 2020 staakt de onderneming haar activiteiten en krijgt de echtgenote te horen dat haar diensten niet meer nodig zijn. De echtgenote start vervolgens een rechtszaak, waarbij zij stelt dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst die dus niet zonder vergunning kan worden opgezegd. Zij legt zich neer bij de beëindiging, maar vordert wel een gefixeerde vergoeding voor de opzegtermijn, een billijke vergoeding en een transitievergoeding.
Uitspraak kantonrechter
De kantonrechter gaat hier niet in mee en oordeelt dat in dit geval sprake is van een opdrachtovereenkomst. De rechter neemt hierbij alle omstandigheden van het geval mee. Met name van belang is het ontbreken van een gezagsverhouding tussen partijen. De echtgenote deelde volledig haar eigen tijd in, kon werkzaamheden weigeren zonder dat daar disciplinaire maatregelen tegenover stonden en kon vakantie nemen wanneer zij dat wilde.
Dat er af en toe sprake was van instructies van de echtgenoot hoeft niet te duiden op een gezagsverhouding, omdat ook bij een opdrachtovereenkomst de opdrachtgever bepaalde instructies kan geven. Daarnaast overwoog de kantonrechter dat er geen schriftelijke arbeidsovereenkomst is opgesteld, wat in dit geval nadelig werkte voor de echtgenote. Op het moment dat de echtgenote begon met de werkzaamheden was een arbeidsovereenkomst tussen echtgenoten zelfs nietig. De beloning die de echtgenote ontving stond niet in verhouding tot de verrichte werkzaamheden en was veel hoger dan wat een werknemer zou verdienen, wat de rechter als een nadere aanwijzing ziet dat tussen partijen geen sprake was van een arbeidsovereenkomst.
De ‘Deliveroo’-uitspraak
Het vraagstuk van de kwalificatie van de arbeidsrelatie is actueler dan ooit, na het arrest van de Hoge Raad van november 2020 en de zgn. ‘Deliveroo’-uitspraak van februari 2021. Deze rechtspraak heeft een verschuiving veroorzaakt, doordat de Hoge Raad oordeelde dat – anders dan voorheen – de bedoeling van partijen in dergelijke relaties minder van belang is en het er puur om gaat of voldaan is aan de kenmerken arbeid, loon en de gezagsrelatie.
Omdat de Rechtbank Limburg in dit geval oordeelde dat er geen sprake was van een gezagsverhouding, trok de echtgenote aan het kortste eind en kon zij zich niet beroepen op het bestaan van een arbeidsovereenkomst tussen partijen.
Contact & advies
Heb je vragen over het onderscheid tussen arbeidsovereenkomsten en overeenkomsten van opdracht? Neem dan contact op met één van de gespecialiseerde juristen van MKBzaken.