Turboliquidatie
De turboliquidatie wordt gebruikt om een rechtspersoon te ontbinden zonder dat vereffening nodig is ingeval de rechtspersoon niet over ‘baten’ beschikt. In de praktijk betekent dit dat indien de actiefzijde van de balans geen posten bevat de rechtspersoon op het moment dat het ontbindingsbesluit wordt genomen ook direct ophoudt te bestaan. Dat er op dat moment wellicht wel schulden bestaan is niet relevant.
In de periode 2016 tot en met 2020 hebben tussen de 30.000 en 40.000 ontbindingen plaatsgevonden waarbij niet is vereffend.
Kritiek
Al langer bestaat kritiek op deze mogelijkheid om een rechtspersoon te liquideren zonder dat enige rekening en verantwoording wordt afgelegd. In 78% van alle gevallen betreft het een bv. Derden (lees: crediteuren) zouden onvoldoende worden beschermd tegen frauduleus handelen.
Wet in voorbereiding
De minister heeft momenteel een wet in voorbereiding die derden meer inzicht moet geven in de vermogenspositie van de rechtspersoon op datum van de ontbinding. In een nieuw artikel 2:19c B.W. wordt opgenomen dat bij een turboliquidatie een balans, een rekening en verantwoording moet worden afgelegd over de periode tot en met datum ontbinding. Daarbij zou ook een opgave van redenen moeten worden gegeven waarom er geen baten zijn. Indien er voorafgaande aan het ontbindingsbesluit al is vereffend (een vereffening voordat het ontbindingsbesluit is genomen) dan dient ook een slotuitdelingslijst te worden opgesteld.
Doel publicatieverplichting
Doel van deze publicatieverplichting is dat derden (met name crediteuren) op basis van deze informatie meer gerichte actie kunnen ondernemen indien hun belangen worden geschaad. Hierbij kan gedacht worden aan de mogelijkheid om een ontbonden rechtspersoon weer te heropenen, waarbij een openbare vereffening plaatsvindt door een – bij voorkeur onafhankelijke – vereffenaar. Ook kan een derde overgaan, op basis van deze openbare informatie, tot het aansprakelijk stellen van de bestuurder of aandeelhouder indien bijvoorbeeld voorafgaande de turboliquidatie dividend is uitgekeerd aan de aandeelhouder maar de betreffende crediteur onbetaald is gebleven.
De wet wordt overigens niet aangepast in die zin dat een turboliquidatie alleen mogelijk is indien er zowel geen ‘baten’ als geen ‘lasten’ zijn. De wetgever vindt het namelijk belangrijk dat er geen vennootschap ‘blijft bestaan’ die inactief is. Dat zou misbruik in de hand werken.
Wat levert het op?
Het is natuurlijk de vraag of deze publicatieverplichting daadwerkelijk frauduleus handelen voorkomt. Daarbij komt dat een crediteur die na de liquidatie onbetaald is gebleven zich moet afvragen welke weg hij bewandelt. Gaat hij heropening vragen van de liquidatie? Of kiest hij voor een bestuurdersaansprakelijkheid? Het eerste kan als consequentie hebben dat de rechtspersoon failliet gaat en de betreffende crediteur dus nog niets ‘ermee opschiet’. De tweede mogelijkheid lijkt meer voor de hand te liggen waarbij de crediteur gebruikmaakt van een actio pauliana of op grond van een procedure wegens onrechtmatig handelen.
Sanctie
De sanctie op het niet voldoen aan deze eisen van het openbaar maken van deze gegevens is dat de betreffende bestuurder een bestuursverbod opgelegd krijgt. Het is de vraag of deze sanctie afschrikwekkend genoeg is tenzij een bestuursverbod automatisch betekent dat de betreffende bestuurder onrechtmatig heeft gehandeld.
Conclusie
Het is de vraag of dit wetsvoorstel in deze vorm wordt ingevoerd. De consultatieronde is net achter de rug waarbij diverse groeperingen hun (juridische) visie op het voorstel hebben kunnen geven. Klik hier voor nadere informatie.
Overigens betreft het hier een tijdelijke wet die ingevoerd wordt voor een periode van 2 jaar in verband met ook te verwachten bedrijfssluitingen als gevolg van de COVID-19 pandemie. Na afloop van deze periode wordt bezien of het wenselijk is dat de wetgeving structureel wordt ingevoerd.