Werkkostenregeling (WKR)
Ben je van plan om een bonus voor jouw medewerkers onder te brengen in de vrije ruimte? Weet dan dat 2021 een gunstig jaar is qua hoogte van de vrije ruimte. In 2021 is de vrije ruimte 3% over de eerste € 400.000 van de loonsom van de werkgever. Over de rest van de loonsom geldt een percentage van 1,18%.
Kom je in het jaar 2021 met alle vergoedingen en/of verstrekkingen boven de vrije ruimte van 3% uit? Dan betaal je 80% loonbelasting over het meerdere via een eindheffing.
Beperking vrije ruimte in 2022
De vrije ruimte in de werkkostenregeling wordt in 2022 weer beperkt. De vrije ruimte was in 2020 en 2021 vanwege de coronacrisis verruimd. Volgend jaar bedraagt de vrije ruimte over de eerste € 400.000 nog 1,7%. Over het meerdere van de loonsom blijft de vrije ruimte 1,18%.
Gebruikelijkheidstoets
Wil je iets onderbrengen in de werkkostenregeling (WKR)? Houd er dan rekening mee dat dit dient te voldoen aan de gebruikelijkheidstoets. Hiermee wordt bedoeld dat de vergoeding of verstrekking niet meer dan 30% mag afwijken van wat in vergelijkbare omstandigheden gebruikelijk is.
Het moet dus gebruikelijk zijn dat de werknemer vergoedingen, verstrekkingen of terbeschikkingstellingen van een bepaalde omvang onbelast krijgt en dat jij als werkgever de eindheffing op jou neemt.
Als de Belastingdienst vindt dat de aanwijzing als eindheffingsloon van de vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen ongebruikelijk is, moet zij dat aantonen. Je kunt dan toelichten waarom de aanwijzing als eindheffingsloon toch gebruikelijk is.
Uit de jurisprudentie is inmiddels gebleken dat de Belastingdienst voor het te leveren bewijs gebruik mag maken van informatie die is verkregen door middel van vragenbrieven die de Belastingdienst verstuurd aan andere belastingplichtigen. Zie bijvoorbeeld het arrest van de Hoge Raad van 12 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1595.
Doelmatigheidsgrens van € 2.400
De Belastingdienst heeft een doelmatigheidsgrens van € 2.400 per werknemer – per jaar – ingevoerd. Indien de vergoedingen en/of verstrekkingen onder deze grens blijven, wordt de gebruikelijkheid aangenomen. Je hoeft in dit geval feitelijk geen naheffing te verwachten.
Voorbeeld 1
Je geeft een van jouw werknemers een elektrische fiets van € 1.000. Deze werknemer komt op deze fiets naar het werk. Je mag de verstrekking van de fiets aanwijzen als eindheffingsloon. Want het is niet ongebruikelijk om een fiets met zo’n waarde te verstrekken en aan te wijzen als eindheffingsloon.
Voorbeeld 2
Je geeft enkele werknemers elk jaar een belaste bonus van € 6.000. Deze werknemers krijgen dan netto elk ongeveer € 3.000. Dit jaar geef je dezelfde werknemers dezelfde bonus, maar dan als eindheffingsloon. Iedere werknemer krijgt dan netto € 6.000. Het aanwijzen van de bonus als eindheffingsloon is mogelijk, indien dit gebruikelijk is. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als het in de cao is aangewezen als eindheffingsloon, of het in de branche gebruikelijk is om voor een bepaalde functiegroep een dergelijke bonus als eindheffingsloon aan te wijzen.
Pas op NOW!
Heb je – als werkgever – in 2021 NOW 3, 4 en/of 5 aangevraagd, dan is voorzichtigheid geboden. Voor de genoemde aanvragen geldt een bonus- en dividendverbod. Dit verbod geldt echter alleen als het voorschot op de tegemoetkoming € 125.000 of meer is, of als de definitieve tegemoetkoming € 125.000 of meer is. Voor werkgevers die een aanvraag op werkmaatschappijniveau indienen, geldt het dividendverbod voor het gehele concern. Een onder de WKR toegekende bonus kan onder het genoemde verbod vallen.